In het begin moesten mensen in Birkenau hun behoefte buiten in een kuil doen. Later werden er speciale barakken gebouwd met toiletten en douches waar men alleen op bepaalde tijden gebruik van mochten maken. Meestal korte tijd `smorgens na het opstaan en `savonds voor het naar bed gaan. Er was geen toiletpapier en ook waren er geen wasbakken om je handen te wassen. Veel mensen hadden door ondervoeding last van diaree, ondervoeding betekent dat je weinig eten naar binnen krijgt. Het ontbreken van goede sanitaire  voorzieningen maakte alles alleen maar erger. Het was onmogelijk om jezelf schoon te houden. Maar toch was er nooit voldoende water. Mensen mochten af en toe gebruik maken van de douches die waren aangelegd. En dan moesten ze allemaal tegelijk. Ze moesten hun kleren uitdoen in hun barak en dan naakt ook midden in de winter, naar de doucheruimtesrennen. Dat was met name voor zieke mensen levensgevaarlijk. Het kon hun dood betekenen.